Anna Jacobs Gleijn
Anna Jacobs Gleijn,
geb. op 08-11-1744 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 08-11-1744 te Huijsen.- Vader:
Jacob Jacobsz Gleijn, zn. van Jacob Gijsbertsz Gleijn en Jaepje Jacobs ,
geb. op 12-07-1699 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 12-07-1699 te Huijsen,
In leven ouderling,
ovl. op 14-10-1779 te Huijzen,
begr. op 14-10-1779 te Huijzen; Impost: f 30,-; Grafnr. 26,
, -
JACOB GLIJNEN
Huizen Koptienden (1732-20 1787-37)
1732-20: v. Dirck Claes Heijnen ipv 6 kop
1740-28: v. Gijsbert Jacobsz Glijnen 7 kop
- Situatie: 1 Spt 5 kop
1741-20: erft v. Jacob Jacobsz 1 Spt 7 cop 3/4
- staande in boek van Bussem
- Situatie: 3 Spt 4 kop 3/4
1742-20: v. Mr. Lucas Swart 7 cop 1/4
- Situatie: 4 Spt 4 cop
1743-27: v. Wessel Dircksz 4 cop
1743-28: v. Gijsbert Jacobsz Glijnen 6 cop 1/2
t/m 1750-20: Situatie: 5 Spt 6 cop 1/2
1750-30: v. Jan Lambert Prins de Oude 1 cop 1/4
1752-20: Situatie: 5 Spt 7 kop 3/4
1753-20: v. Gijsbert Rebel 4 kop 7/8
- Situatie: 6 Spt 4 cop 5/8
1755-20: v. Rijk Elbert Perk 4 kop 1/2
t/m 1763-20: Situatie: 7 Spt 1 kop 1/8
1765-20: v. Arie Gerbertsz Rebel 2 kop
- Situatie: 7 Spt 3 kop 1/8
1787-37: bij erf op Aron (Jacobsz) Gleijn EN
- op Cornelis (Gerbertsz) Rebel 7 Spt 3 kop 1/8
-
JACOB GLIJNEN TE HUIZEN
Blaricum Koptienden (1743-55 1787-66):
1743-55: v. Aron Duerkant 2 kop
1744-43 Situatie: 0 Spt 2 kop
1770-45: v. Jan Duurkant 3 kop 7/8
1775-43 t/m 1775-43: Situatie: 0 Spt 5 kop 7/8
1775-44: bij Erf v. Cornelis en Mijntje Duurkant 1 kop 1/2
1780-43 t/m 1786-66: Situatie: 0 Spt 7 kop 3/8
1787-66: bij Erf op Aron Glijn en Cornelis Rebel 7 kop 3/8
- te Huijzen
-
Huizen-DTB-12-Impost op Trouwen: 09-04-1728: Jacob Jacobsz Glijn, met Fijtje Jacob Rijcksz onder de Classis van f 6,-: f 12,-
-
Huizen-DTB-3A-Trouwen; 09-04-1728: Ondertrouw; 02-05-1728: Getrouwd Jacob Jacobsz Glein j.m. van Huijsen met Fijtje Jacobs j.d. te Huijsen
-
ORA-184-3178; 17-07-1728: in de Plaats van Jacob Killewigh die op den 12-12-1727 tot voogd over de minderjarige erffgenaamen van wijlen Dirk Claasz Claver was gestelt, werd tot mede-voogd gestelt Jacob Jacobsz Gleijn en met hem Pieter van
Voorthuijsen tot toesiende voogd tot tijd en wijlen dat de saaken van de voogdije tussen Fijtje Jacob Rijks als huijsvrouw van Jacob Jacobsz Gleijn en de onmondige nagelaten kinderen, van Gerrit Volkersz sullen sijn ge-eijndigt
-
ONA-3745; 11-09-1728: Jacob Jacobsz Gleijn in huwelijk hebbende Feijtie Jacobs, nog Rijk Elbertsz Perck testamentaire voogd met Pieter (Willemsz) van Voorthuijsen met Jacob Jacobsz Gleijn als voogden over de 3 minderjarige kinderen van wijlen
Claasje Dirks verwekt bij mede wijlen Gerrit Volkersz, gesamentlijcke erfgenaamen van Dirk Claas Claver overleden tot Huijsen die in eerder huwelijk getroud is geweest met wijlen Gerritje Freeken van wien hij ook tot Boedelhouder en de kinderen
van haar overleden dochter bij representatie tot haar erfgenaamen gesteld zijn geworden; sijnde de comparanten alle (behalve Rijck Elbertsz Perk die tot Bussum woond) woonachtig alhier tot Huijsen. Getuijgen Jan Dircksz en Lambert Jansz Verbeek
-
ONA-3745; 01-12-1728: Verdeling boedel; 4 van 35 blz. Jacob Jacobsz Gleijn in huwelijck hebbende Feijtie Jacobs, sijnde deselfde Feijtie Jacobs een eenig kind van beide wijlen Jacob Rijxe en Geertie Dircks in leven echteluijden, gewoond
hebbende tot Lage Bussum, en deselve Geertie Dircks een dochter van (mede beide wijlen) Dirk Claasz Claveren en Gerritie Freecken, in leven Echteluijden en tot Lage Bussum woonachtig, en uit dien hoofde deselve Feijtie Jacobs voor de eene helft
geinstitueerde erfgenaam van Dirk Claasz Claveren en Gerrtie Freecken ter eenre, ende Rijck Elbertsz Perck als testamentaire voogd, mitsgaders Pieter van Voorthuijsen ende de voorn Jacob Jacobsz Gleijn door Gereghte als gesurrogeerde voogden
over de drie onmondige kinderen genaamd Geertje, Agatha en Jacob Gerritse, van mede wijlen Gerrit Volkersz door hem verwekt bij mede wijlen Claasje Dirks, die mede een dochter is geweest van Dirk Claasz Claveren (naardat hij in Huijsen tot
tweemaal hertrouwd was, in de maand November 1727 ia comen te overlijden)
Testament Dirk Claasz Claveren en Gerritje Freeken opgesteld door Not. Thierensz d.d. 21-11-1716 te Lage Bussum)
-
ORA-184-3178; 28-01-1729: Aan de Edele Achtb: gerechte des dorps huijsen
Geven met alle Eerbied te kennen Rijk Elbertsz Perk Testamentaire, mitsgaders Pieter van Voorthuijsen en Jacob Jacobsz Gleijn, bij dese Ed: achtb: gerechte gesurrogeerde voogden, over de kinderen van Claasje Dirksz (die een dochter was van
beide wijlen Dirck Claasz Claveren en Gerritje Freeken in leven egteluijden), voor zoo veel de selver voornoemde grootvader en grootmoederlijke goederen aangaat, dat de Supplten in derselver opgemelde qualt, mits en nevens de voornoemde Jacob
Jacobsz Gleijn als in huwelijk hebbende Feijtje Jacobsz, dochter van mede-wijlen Geertje Dirksz op den 03-12-1728 scheiding van de nalatenschap van gem Dirk Claasz Claveren en Gerritje Freeken enz
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 14-04-1729: op Belijdenis: Jacob Jacobsz en Feijtje Jacobs; echteluijden
-
ORA-184-3178; 01-11-1732: Akte van bewijs. tot voogden over Annetje Gijsberts Glijn minderjarige nagelaten dochter van wijlen Oetje Gerrits in huwelijk verwekt bij Gijsbert Jacobsz Glijn gestelt Jacob Jacobsz Glijn en Pieter Cornelisz Koeman
- Gijsbert Jacobsz Glijn weduwnaar van wijlen Oetje Gerrits bij wie een nog minderjarig kind genaamt Annetje Gijsberts Glijn verwekt heeft (alsoo de gem: Oetje Gerrits sonder Testament te hebben gemaakt isoverleden) tot de helft van de gemeene
boedel die hij comparant met sijn overleden huijsvrouw heeft beseten, bewijs te doen: Eerstelijk een stuj bouland gelegen aan de Driftweg belent Ebbe Dirksz Reijn ten Oosten en Dirk Tijmensz Cos ten westen; 1 schepel bouland gelegen aan de
Bussumerweg, belent Meeuwis Goosz ten oosten en de weduwe Jacob Swem ten westen; 7 spint bouland gelegen aan de Craloose weg, belent Tijmen Hendriksz Velsen ten noorden en Elbert Dirksz Breet ten suijden; wijders 7 spint bouland gelegenaan
Piskuijl belent ten westen de kinderen van Gerrit Lambertsz Schram.; sieraden
-
ONA-3732A055; 29-04-1733: Testament Jacob Jacobsz Glijn en Fijtje Jacobs (ziek) egtelieden wonende binnen Huijsen
-
ORA-184-3178; 28-05-1733: Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van Gerritje Dirks egtelijk verwekt bij Meeuwis Koij soo wel aangaande de moederlijke goederen als die deselve kinderen hebben ge-erft van haar grootmoeder maternel
(waarschijnlijk Jannetje Claas in leven weduwe van Ebbe Koij; zie boven), gestelt Cornelis Dirksz en Jacob Glijn
-
ONA-3732A070; 31-07-1733: Willem Koij / Cooij getrouwd met Hilletje Dircks (1/5), item Cornelis Dircksz(1/5), nog Pieter Melsz Boor getrouwd met Wijgertje Dircks (1/5), Willem Dircksz (1/5) (wordt in begin van de akte niet genoemt) wijders
Meeuwis Koij (/ van 1/5) getrouwd gehad hebbende Gerritje Dircks, en laastelijk de voorn. Cornelis Dircksz mitsgaders Jacob Jacobs Glijn beijde in de qualiteit van voogden gesteld over de twee (2) minderjarige nagelaten kinderen (samen / van
1/5) van wijlen Gerritje Dircks in huwelijk verwekt bij Meeuwis Koij / Cooij, alle te samen de eenige kinderen, kindskinderen en universele erfgenamen van Dirck Cornelisz en Claasje Pieters in leven egtelieden beijde overleden tot Huijsen, te
kennen gevende dat hun ouders zonder testament zijn overleden; volgt een door de notaris opgestelde inventaris van de nalatenschap, o.a.
- een obligatie ten behoeve van voorn. Claasje Pieters ten laste van Willem Dirksz groot f 900
- een obligartie te laste van Claas Koij van 01-02-1723 groot f 500,-
- een obligatie ten laste van Cornelis Dircksz groot f 600,- - enz. en veel land
gevolgd door verdeling van de 5 porties, ter waarde van ca. f 940,-/portie plus nog deel van de inboedel
Gepasseert ten huize van Pieter Melsz Boor, in presentie van Jan Vergoes en Cornelis Wijgertsz Bakker als getuigen
-
Huizen-DTB-13-Impost op Begraven; 08-10-1733: Fijtje Jacob Rijksz: f 6,-
-
Huizen-DTB-20-Begraven; 11-10-1733: Feijtje Jacobs huijvr. van Jacob Gleijn
-
Huizen-DTB-13-Impost op Trouwen; ??-08-1735: Jacob Jacobz Glijn met Margarietje Duurkant ider f 30,-: f 60,-
-
Huizen-DTB-3A-Trouwen; 04-09-1735: Jacob Gleijn (Wedr.) van Feijtje Jacobs, van Huijsen met Margrietje Duurkant j.d. van Blaricum maar hier zedert enige jaren woonagtig
-
ORA-184-3178; 08-06-1736: Tot voogden over Ebbe Koij en Dirk Koij beijde minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Gerritje Dircks in huijwelijk verwekt bij Meeuwis (Ebben) Koij, gestelt Cornelis Dircksz en Jacob Jacobsz Glijn
-
ORA-184-3178; 11-09-1739: Gruttersordonnantie. sijn voor Hendrik van Weerland schout, mitsgaders Willem Rebel, Meeuwis Koij, Jan Schram en Pieter van Voorthuijsen schepenen in Huijsen gecompareert alle de Grutters binnen Huijsen en Jurisdictie
van dien namentlijk Jan Pieters Boor, Cornelis Prins en Jacob Jacobsz Glijn ider exercerende een Grutterij binnen dese dorpe aan welke op huijden voorgelesen is het 10 artikel van de oude sijnde het 11 artikel van de Nieuwe ordonnantie beijde
op 't Gemaal ge-emanneert als mede de resolutie van haar ed: Groot Mog: van de 21 julij deses jaars 1739 en hebben Grutters de eed conform het voorz 10 art: van de oude en 11 art: van de Nieuwe ord: op huijden gepresent. en afgelegt.
-
ORA-184-3178; 17-10-1739: De drie Grutters Jacob Jacobsz Glijn, Cornelis Prins en Jan Pietersz Boor maken bezwaar tegen de Impost die hoger is dan de omliggende dorpen alwaar geen of weinig impost op 't gemaal werd betaalt, waardoor ze in een
slechte concurrentie positie zijn geraakt
-
ORA-184-3179; 16-09-1740: De 3 grutters Jacob Glijn en Jan Pietersz Boor mitsgaders Cornelis Prins (mennist) hebben ter requisitie van Jan ter Dam impostmeester van het Gemaal van de lopende termijn over Goiland de eed gepresteert volgens het
formulier staande beschreven in de resolutie van haar Ed. Groot Mog van dato den 3 December 1739 namentlijk; van het middel van het Gemaal directelijk of indirectelijk niet sullen frauderen of door de haren te doen frauderen
-
ORA-183-3219; 23-12-1746: Getuige-verklaring in relatie tot Veesterfte. Gijsbert Teunisz Molenaar sijnde van competente ouderdom woonagtig tot Huijsen, verklaart ter requisitue van Mr. Jan Bernd Bicker, drost van Muijden, Baljuw van Naarden en
Goijland, dat eind November 1746 gekomen in het huijs van Jacob Jacobsz Glijn mede woonagtig tot Huijsen, die dier tijd door sterfte verloren had enig vee, dat hij comparant gevraagt heeft om te mogen hebben een die die getekent was over het
Lijff met een witte streep, en dat Jacob Jacobsz Glijn daarvan het vel en 1/4 van het beest zou genieten, dat daar van sou moeten genieten Soetje van Veeren weduwe van Gijsbert Jacobsz Glijn, broeder van voorn. Jacob Jacobsz Glijn, nog Arent
Lucasz 1/4 part en eijndelijk Cornelis Hendriksz het laaste 1/4 part.
Dat sij comparanten daarop ten deel met Arent Lucasz voornt, met Evert Lambertsz de Oude, die dit werk verrigtigde aan het gestorven beest.
En laastelijk dat hij comparant in bijwesen van de weduwe van Gijsbert Jacobsz Glijn, Arent Lucasz en Cornelis Hendriksz . Een jongetje genaamt Arent, zoon van Jacob Jacobsz Glijn
-
ORA-184-3179; 01-10-1751: Schepenen hebben uijt aanmerkinge van de innocente toestand van Jannetje Jans Jonker weduwe van Jacob Albertsz Eijgenlof aan te stellen Dirk Willemsz Kooij en Jacob Glijn tot het houden van haar administratie
-
Huizen-DTB-7-Grafboek; Vermeld bij Grafnr. 26: den 04-10-1779 Jacob Gleijn in Leven Ouderling alhier
-
Huizen-DTB-8-Grafboek; 17-02-1784: Margrietje Duurkant Wed. Jacob Gleijn: 30,-; Grafnr. 26
-
Huizen-DTB-14-Impost op Begraven; 17-02-1784: Margarietje Duurkant: f 30,-,
tr. (1)
met Fijtje Jacobs Rijcks.,
tr. (2) op 04-09-1735 te Huijsen; Impost ??-08-1735: 2x f 30,- = f 60,-.
- Moeder:
Margrietje Aarons Duurkant, dr. van Aäron ( Arent) Gerritsz Duurkant en Annetje Nieukerk van,
geb. op 29-06-1712 te Utrecht,
ged. Gereformeerde Gemeente op 29-06-1712 te Utrecht,
Enige jaren hier woonagtig,
Lidm-5A; 01-10-1728: Belijdenis,
ovl. op 17-02-1784 te Huijsen,
begr. op 17-02-1784 te Huijsen; Impost: f 30,-; Grafnr. 26,
, -
Huizen-DTB-13-Impost op Trouwen; ??-08-1735: Jacob Jacobz Glijn met Margarietje Duurkant ider f 30,-: f 60,-
-
Huizen-DTB-3A-Trouwen; 04-09-1735: Jacob Gleijn (Wedr.) van Feijtje Jacobs, van Huijsen met Margrietje Duurkant j.d. van Blaricum maar hier zedert enige jaren woonagtig
-
Huizen-DTB-8-Grafboek; 17-02-1784: Margrietje Duurkant Wed. Jacob Gleijn: 30,-; Grafnr. 26
-
Huizen-DTB-14-Impost op Begraven; 17-02-1784: Margarietje Duurkant: f 30,-.
>